Hoe blij zijn we met de financiers van de zorg?

Met de marktwerking en de decentralisatie is er veel veranderd in de zorg, maar de rode draad is toch wel de verhouding tussen de zorgaanbieder en de zorgfinancier. Deze laatste categorie is weinig populair. Ze beschikken over een grote machtspositie, waarvoor zorginstellingen aan positie ingeleverd hebben. Naast zorgverzekeraars (en de zorgkantoren in hun slipstream) zijn nu ook gemeenten voor veel zorginstellingen de financier. Zij allen kopen zorg in. Veel gedoe, veel administratie en veel wrevel. Maar… hoe gek het misschien ook klinkt: deze financiers zijn ook jouw klanten. Zij kopen bij de zorginstellingen zorg in, namens ons allen als burgers.

Het valt ons op dat er maar weinig zorgaanbieders zijn die hier zo naar kijken, die zich goed verdiepen in wat de wensen en behoeften zijn, hoe hier het beste op ingespeeld kan worden en hoe deze klant maximaal tevreden te krijgen of houden is. Een groot deel van het veld is gericht op het realiseren van een zo groot mogelijk volume en hoopt dat de prijs meevalt. En men verwacht een stroef contact en druk op prijs en volume. Strakke procedures en veel administratie gaan hiermee gepaard. En uiteindelijk is het stikken of slikken en tekenen bij het kruisje.

Maar bekijk het eens van de andere kant: zorgverzekeraars en gemeenten willen iets bereiken met hun inkoop. En dat willen ze doen voor hun achterban. Vooral voor gemeenten is het een nieuw terrein. Zorginstellingen kunnen de financiers ook helpen mee te denken hoe de meeste maatschappelijk waarde kan worden gerealiseerd. Als je als instelling dit spoor te pakken hebt en je aantoonbaar die kwaliteit kan leveren die de financier positief beoordeelt, zit je in een andere verhouding.

Wij zeggen: ken je financier, benader hem als klant en probeer je verhouding zo te krijgen dat hij graag bij jou boodschappen doet. Leef je in verkrijg inzicht in de wensen, behoeften, prioriteiten, inkoopstrategie. Ontwikkel aantrekkelijke proposities en bouw aan een langjarige relatie. En probeer hem te ontzorgen i.p.v. hem te bestrijden.

En natuurlijk mag je intern wel eens mopperen op alle rompslomp, want die is voor niemand leuk.

Ton van de Ven