Scherp op ouderenzorg en geen geld besteden aan marktpositie

Scherp op ouderenzorg, de titel van het manifest van Hugo Borst. Een initiatief van een direct bij de zorg betrokkene die met lede ogen aanziet hoezeer de behoefte aan persoonlijke aandacht niet wordt ingevuld. En dat ondanks de goede intenties van mensen op de werkvloer, de handen aan het bed. Een initiatief voor betere zorg, daar kan niemand op tegen zijn. Een impliciete klacht ook, niet als klacht, maar ook in oplossingsrichtingen. Niet alleen schreeuwen, maar ook constructief meedenken.

Een thema dat herkenbaar is, is terugkeren tot de essentie van de zorg en al het andere tot een absoluut minimum beperken. Het is alleen de kunst om het absoluut minimale te bepalen. Je zou het proefondervindelijk kunnen gaan ontdekken. Dan gaan er ongetwijfeld dingen fout, maar als je niet iets probeert, kom je er ook niet achter waar grenzen liggen.

Wat nou te denken van het thema zorgmarketing in dit kader? Behoort dat tot het minimum noodzakelijke? Specifiek benoemd in het manifest: ‘het is ongepast gemeenschapsgeld te besteden aan imago, status of marktpositie van een zorgorganisatie’. In andere woorden: gemeenschapsgeld is bedoeld voor de mensen die zorg nodig hebben en niet om een organisatie in stand te houden. Dus zeker bedoeld voor de relatie tussen de zorgprofessional en de mens achter de cliënt / patiënt, de zorgconsument. Dat de zorgconsument de zorg krijgt waar hij / zij behoefte aan heeft.

In onze ogen is zorgmarketing bedoeld om in beeld te brengen wat de klant wil. De ene klant is de andere niet en daar probeer je als organisatie op in te spelen. En alleen als een antwoord daarop is dat een bepaalde vorm van organisatie de relatie het beste kan ondersteunen / faciliteren en het onderscheid kan maken, alleen dan is er bestaansrecht voor die specifieke organisatie(vorm).

Wat ons betreft dus inderdaad geen gemeenschapsgeld naar marktpositie om de marktpositie, maar naar goed organiseren van de zorg zoals de zorgconsument dat wil, moet voldoende aandacht voor de individuele wensen.

Herbert Keppels